Wat is zelfgestuurd leren?

Drie essentiële componenten


Zelfgestuurd leren betekent kort gezegd dat leerlingen geleidelijk aan meer verantwoordelijkheid krijgen over hun leerproces. De zelfsturende vaardigheden die ze ontwikkelen helpen hen om te komen tot diepgaand en flexibel leren.


Zo leren ze bijvoorbeeld inschatten voor welke leerstof ze extra instructie nodig hebben en welke leerstof ze zelfstandig kunnen verwerken. Ze krijgen inzicht in hun eigen kennen en kunnen waardoor ze groeien in hun zelfstandigheid. Ze gaan actief hun gedrag en gevoelens sturen om hun doelen te bereiken.


De leerlingen zijn met andere woorden op cognitief, metacognitief én motivationeel vlak actief betrokken in hun leerproces. Dit zijn dan ook de 3 essentiële componenten van zelfgestuurd leren: cognitie, metacognitie en motivatie. In de onderstaande figuur kan je deze componenten al eens verkennen, maar we onderzoeken deze componenten nog verder in specifieke modules.





Zimmerman


Zelfgestuurd leren gebeurt niet zomaar bij leerlingen, ze moeten het stapsgewijs aangeleerd krijgen. Volgens Zimmerman (2000) kunnen er 4 niveaus in de ontwikkeling van zelfsturing waargenomen worden: observeren, nastreven, zelfbeheersing en zelfregulatie. Waar je aanvankelijk als leerkracht veel begeleiding biedt, kan je gaandeweg de ondersteuning afbouwen. 


Zimmerman geeft ook aan dat zelfgestuurd leren een cyclisch proces is waarbij leerlingen achtereenvolgens een voorbereidingsfase, uitvoeringsfase en reflectiefase doorlopen. De verschillende fasen die een leerling doorloopt en de processen die daarbij horen, vatte hij samen in het zogenaamde Zimmerman-model. Hier zien we de verschillende cognitieve, metacognitieve en motivationele competenties in terugkomen.