Je kan je leerlingen op verschillende manieren groeperen: homogeen (= volgens prestatieniveau) of heterogeen (= met een verschillend prestatieniveau). Elke manier van groeperen heeft zijn voor- en nadelen. Hoe je je leerlingen best groepeert is dus afhankelijk van de doelen die je nastreeft. In de onderstaande oefening laten we jou even reflecteren over wat de voor- en nadelen zouden kunnen zijn van leerlingen homogeen en heterogeen groeperen.

In het algemeen bestaat er een consensus over dat je best niet gaat voor een homogene samenstelling, maar ook niet voor heterogene groepen waarbij de verschillen tussen de leerlingen te groot zijn.

Een belangrijk aandachtspunt bij het groeperen van leerlingen krijgen we in Klasse mee van Prof. dr. Katrien Struyven van de VUB:

“Verdeel je klas niet steeds in dezelfde groepen. En zeker niet altijd vanuit leerstatus, anders worden de verschillen te zichtbaar en stigmatiserend: ‘Die oefening is voor de slimmeriken’, hoor je dan."

Om te vermijden dat leerlingen gedemotiveerd geraken en leerkrachten hun verwachtingen over sommige leerlingen te laag leggen is het aangewezen om flexibel te groeperen. 

Hoe je jouw groepen vorm geeft, is ook van belang bij samenwerkend leren. Neem dus zeker ook nog een kijkje in de module over samenwerkend leren.